De woorden die we gebruiken hebben effect op hoe we ons voelen.

Je zag het heel duidelijk in het begin van de Corona-periode.

Kranten en social-media berichten spraken veelvuldig over zorgverleners in de frontlinie, die strijden tegen de vijand, het Corona-virus. Er werd triage gedaan. De zorgverleners waren helden waarvoor we applaudisseerden. Er werd en word gesproken in oorlogstaal. Er is een onzichtbare vijand die we met zijn allen moeten verslaan door thuis en op anderhalve meter afstand te blijven.

Veel artsen die ik spreek voelden zich hier ongemakkelijk bij.

Ze zijn blij met de waardering, maar hadden die ook wel gewild toen er nog geen Corona-crisis was. Daarnaast voelen ze zich geen heldhaftige soldaten, maar gewoon professionals die zo goed mogelijk hun werk doen.

 

 Dit soort taalgebruik heeft ook gevolgen voor ons allemaal.

Als we als mensen ‘oorlogs’-woorden horen, dan wordt ons gevaarsysteem getriggerd. We gaan in overlevingsstand en zijn bezorgd om onze veiligheid. We voelen ons angstig en onzeker en gaan bijvoorbeeld hamsteren.

Voor een deel is deze angst natuurlijk en reëel en helpt het ons om ons aan de regels te houden.

Aan de andere kant kunnen we doorschieten in onze reactie. Worden we overmatig bang, zien we geen nuance meer en nemen we geen goede beslissingen. Ons rationele brein wordt als het ware gekaapt door ons emotionele brein. We gaan gekke dingen doen.

Hier speelt het nocebo-effect, het negatieve broertje van het placebo-effect. In beide gevallen krijg je wat je verwacht. In het geval van het placebo iets positiefs. In het geval het nocebo iets negatiefs: door het dreigende taalgebruik worden we onzekerder en angstiger dan nodig is en vermindert ook letterlijk onze weerstand!

De oorlogstaal helpt ons ook niet om beter met het Corona-virus om te gaan: het is geen vijand, die we kunnen verslaan. Virussen zijn nu eenmaal onderdeel van ons ecosysteem en zullen blijven bestaan.

Taal is dus cruciaal.

 

Het helpt ons om onze woorden zorgvuldig te kiezen.

Dus in plaats van:

Crisis
De strijd winnen
Zorghelden
Social distancing
Ik kan mijn vrienden niet zien
Ik ben gedwongen thuis te blijven

Ongewone omstandigheden
Aan het werk zijn
Deskundige, betrokken zorgverleners
Physical distancing
We beschermen elkaar
Ik ben dankbaar dat ik veilig thuis ben

Dat geeft meteen een heel ander gevoel. We ervaren zo meer grip, meer ontspanning en meer mogelijkheden. We staan in de ‘kalme’ stand in plaats van in de gevaarsstand. We kunnen zo beter nadenken, zijn creatiever en kunnen elkaar en onszelf steunen in deze bijzondere tijden.

 

De feiten zijn hetzelfde, maar we kunnen er beter mee omgaan.

 

Bovenstaande geldt ook voor hoe we tegen en over onszelf praten!

Doe je dat op een strenge, kritische, afkeurende manier of op een vriendelijke, begripvolle, ondersteunende manier? Ben jij je eigen innerlijke criticus of coach? Zou je wat je tegen jezelf zegt ook tegen een goede vriendin zeggen?

Wat vertel jij jezelf?

  • Ik ben hier helemaal niet goed in, ik kan niet tegen deze stress.
  • Als ik thuis kom heb ik geen fut meer om de kinderen te helpen met hun schoolwerk, ik ben een slechte moeder of vader.
  • Iedereen verwacht dat ik nu de leiding neem, maar dat kan ik niet, daar ben ik echt niet geschikt voor.
  • ……

Hoe zou dat positiever en aardiger kunnen?

  • Heel veel zorgverleners voelen zich nu net als ik gespannen, het zijn bijzondere omstandigheden.
  • Deze tijden vragen veel energie van mij. Het is logisch dat ik de kinderen dan niet meer kan helpen. Ik kan ze wel een knuffel geven.
  • Ik ben aan het leren om een team aan te sturen. Dat vind ik best lastig en dat is ok.
  • ……

Ook hier geldt dat je gevaarsysteem getriggerd wordt als je kritisch tegen jezelf bent en dat vriendelijke woorden je helpen om in de kalme ‘zorgstand’ te komen.

Kijk eens hoe je de komende dagen wat meer vriendelijke woorden voor jezelf kunt gebruiken en wat het effect daarvan is.

P.S. Kun je daar wel wat hulp bij gebruiken? Dan is het boek ‘Hart voor de dokter’ een aanrader.